Herps Rebab
|
|
|
zaailing B01-13 |
zaailing B83-5 |
F. magdalenae |
F. fulgens grandiflora |
Wendy van Wanten |
La Campanella |
Swingtime |
WALZ Floreat |
Normandy Bell |
? |
? |
Normandy Bell |
? |
? |
|
Bloem: enkel;
middelgrote, lila-roze bloem; schuin afstaand. Bloembuis: vrij lang 30 x 5 mm,
rond; naar de kelk toe geleidelijk versmallend; kleur:
roze (73B). Kelkbladen:
buitenkant: roze (73C) uitlopend in een
groene punt; binnenkant: roze (67D); afm.
24 x 11 mm; horizontaal tot iets omhoog staand. Kroonbladen:
lobvormig; afm. 20 x 21 mm; binnenste kroonbladen zijn gevouwen waardoor
de kroon er wat ‘plat’ uitziet; kleur:
pas geopende bloem lila (78B), bij rijpere bloem verkleurend naar 72C;
25% spreiding. Helmdraad:
rudimentair. Helmknop:
geel. Stijl:
roze, 15 mm onder kroonblad. Stempel:
geel, gelobd. Bloei: rijk. Knop: priktol. Blad: eirond; spitse punt; afgeronde
voet; gegolfde bladrand; afm. 75 x 45 mm.; kleur:
bovenkant; (137A) onderkant; (137C) ; bladstand drie bladeren per knoop.
Groeiwijze:
sterk rechtopgaand, dikke rechte takken. Kweekwijze:
struik of kroonboom voor plaats in helder licht; moet veel getopt worden
omdat anders de takken te zwaar worden; in 1 jaar een grote stam van te
maken. Bijzonderheden:
rijke bloei o.a. door 3 zijtakken per stengelknoop; soms komen er bij
een stek pas later in de groei 3 bladeren per knoop; zo mogelijk stekken
nemen van takken met 3 bladeren per knoop; zeer forse groeier; bij
struikvorm de zware takken steunen; niet in de volle zon. |
AFS
description: ’Herps Rebab’ - No. 5662 (Waldenmaier 2005) Single. Upright. COROLLA
is half flared with turned under wavy petal margins; opens light purple
(74C); matures reddish purple (74B); 15mm (9/16”) long x 14mm
(9/16”) wide. SEPALS are horizontal, tips reflexed; white (155B), rose
(55B) base, tipped medium green (139C) upper surface; rose (54C) tipped
medium green (139C) lower surface; 22mm (7/8”) long x 11mm (7/16”)
wide. TUBE is rose (55B); long & thin; 22mm (7/8”) lomg x 4mm
(3/16”) wide. STAMENS do not extend beyond the corolla; light magenta
(57D) filaments; yellowish white (4D) anthers. PISTIL extends 12mm
(1/4”) below the corolla; light magenta (57D) style; pale yellow (1D)
stigma. BUD is globular. FOLIAGE: dark green (139A) upper surface;
medium green (139C) lower surface. Leaves are 59mm (2 5/16”) long x
26mm (1”) wide, ovate shaped, serrulated edges, acute tips and rounded
bases. Veins are light green (139D); stems are medium green (139C);
branches are light green (138C). PARENTAGE: [(“F. magdalenae’
x ‘F. fulgens grandiflora’) x ‘Wendy van Wanten’] x
‘WALZ Floreat’. Small upright. Self branching. Makes good upright.
Prefers overhead filtered light, warm climate. Best bloom color in
filtered light. Tested 3 years in Herpen, The Netherlands. Meise 3-7-04.
Distinguished by color combination.
|