Bloem: enkel; vrij klein tot
middelgroot; compact; afstaand tot opstaand. Bloembuis:
vrij dik; afm. 15 x 8 mm; glanzend; kleur:
kersenrood (45C), aardbeirood (50A) in de zon;); donkerder groeven;
vleugjes groen. Kelkbladen:
half neergeslagen; afm. 25 x 8 mm; buitenkant:
de kleur ligt tussen turksrood, diep aardbeirood (46C) en verzadigd
dof aardbeirood (46D), naar de top lichter wordend tot wit; binnenkant:
tussen diep tomaatrood en tomaatrood (44B/C). Kroonbladen:
¼ uitstaande kroon; afm. 9 x 15 mm; de strakke kroonbladen
staan los van elkaar; ze zijn iets langer dan breed, en hebben een
gegolfde rand; kleur: helder violet
(87A), verkleurend tot bisschopsviolet (81B), basis roze, rode rand,
rode adering. Helmdraad:
rood. Helmknop:
rood. Stijl:
roze/rood. Stempel:
roze/rood; knotsvormig. Bloei:
zeer mild. Bloeitijd: normaal, langdurig. Knop:
priktol. Blad:
klein; afm. 50 x 25 mm; wasachtig; eivormig; stompe top;
afgeronde of iets hartvormige voet; fijn getande rand; kleur:
donkergroen, het jonge blad is lichtgroen; rode nerf; rode steel. Bladstand:
zowel kruisgewijs als 3 of meer bladeren per stengelknoop. Groeiwijze: rechtopgaande groei;
groot; zelfvertakkend; stevige stengels. Kweekwijze:
struik, pilaar of stam,
voor plaats in volle zon; deze fuchsia verdraagt wel volle zon, maar
verkleurt dan iets, wat niet nadelig is voor de kleur. Bijzonderheden:
houdt na de bloei zijn knoppen vast. Moet in het begin van de
groei extra getopt worden, omdat de stengelleden anders te lang
worden. Kan goed ingekuild worden, is makkelijk te overwinteren. Een
afstammeling van Bon Accord die geen last heeft van botrytis. Als
bemesting niet teveel N geven (20N-20P-20K gebruiken).