WALZ Viool

Bloem: Enkel tot halfdubbel; lange bloem, hangend aan lange bloemsteel. Bloembuis: lang en dun; afm. 50 x 6 mm; iets gekromd; licht purpermauve (51B) met donkerder strepen; er bevinden zich wratjes aan de basis van de randen van de kelkbladen. Kelkbladen: ½ neergeslagen; randen opgebogen; buitenkant: glanzend, oranje (43B) verlopend naar de top eerst naar wit daarna eindigend in een helder groene punt; binnenkant: helder oranje uitlopend in licht geraniumroze (43C); de toppen zijn heldergroen. Kroonbladen: afm..20 x 20 mm; de kroon is ½ uitstaand; de rand van de schelpvormige kroonbladen vertoont 3 lobben; kleur: helder robijnrood (43C) tot karmozijnpurper (71B), de basis is helder scharlakenrood; vage donkerder adering, langs de adering loopt een helder scharlakenrode vlek; fluorescerende zweem. Helmdraad: rozerood. Helmknop: crème; gelobd. Stijl: oranje; de stijl steekt nauwelijks buiten de bloem uit. Stempel: crème; gelobd. Bloei: mild. Bloeitijd: normaal. Knop: langwerpig; punt zijwaarts. Blad: middelgroot ellipsvormig blad; afm. 60 x 30 mm; spitse top; afgeronde voet; grof getande rand; kleur: middengroen, bovenkant 147A, onderkant 147B; rode bladsteel; bladstand: zowel kruisgewijs als 3 of meer bladeren per stengelknoop. Groeiwijze: halfhangend. Kweekwijze: hanger of struik voor plaats in volle zon en helder licht. Bijzonderheden: niet inkuilen; WALZ Viool kan als stam gekweekt het vrij lang uithouden (5-6 jaar); het beste als jonge stek te overwinteren.