Erfelijkheidsleer.

Je kunt het bestuiven aan de bijen overlaten, maar gericht
en met kennis kruisen levert op de duur toch meer resultaat op !
Ook fuchsia's volgen bij hybridisatie de wetten van Mendel. Deze wetten
vormen de basis van de theoretische erfelijkheidsleer. Op internet is hier veel
informatie over te verkrijgen, bijvoorbeeld op http://staringcollege.nevenzel.com/gen00.html
en (veel breder) op http://www.bioplek.org/.
Er
is echter een complicatie: enkele wilde soorten en zeer vele cultivars
hebben meer dan het normale aantal van 22 chromosomen of wel ze zijn polyploid
(normaal is diploid, dat wil zeggen 2 stel van 11 chromosomen). Er komen
aantallen voor van 33 tot en met 88 en misschien nog wel hoger, waarbij 33 (is
een triploid) meestal steriel is. De combinaties die gemaakt kunnen worden bij
de vorming van geslachtscellen zijn dus gigantisch groot en ook de vertaling van
het genotype (erfelijke aanleg) naar het fenotype (hoe ziet de plant er
uitwendig uit) is bij een ployploide plant complexer dan bij een diploide
kruising.
Over de (on)mogelijkheden staat het een en ander bij de pagina's over chromosoomverdubbeling.